Groen vraagt daadkracht om wooncrisis in wording tegen te gaan
30 Juni 2017
De druk op het onderste segment van de huurmarkt wordt steeds groter, waardoor meer mensen dreigen terecht te komen in het grijze wooncircuit. De wooncrisis verdiept zich voor de meest kwetsbaren. Groen vraagt bijkomende maatregelen, gericht op een grotere publieke controle op een deel van de woningmarkt. Een huurwoning is nu in Leuven al gemiddeld 24% duurder dan een identieke woning elders. Er is nood aan meer initiatieven om antwoorden te bieden op de acute situatie van de meest kwetsbaren op de woningmarkt. Dat werd onlangs ook bevestigd in een opvallend . Het wordt steeds moeilijker voor mensen met een laag inkomen om een woning te vinden. Huisvestingsmaatschappijen doen wat ze kunnen, maar de wachtlijsten zijn lang. Gezinnen met een laag inkomen proberen iets te vinden op de privéhuurmarkt, maar daar wordt het steeds moeilijker. Het aanbod is te klein, en mensen worden steeds meer geduwd in de richting van het zogenaamde 'grijze wooncircuit' (illegaal bewoonde woningen met een laag comfortniveau, legaal bewoonde woningen die niet voldoen aan de basisnormen, illegale en niet-comfortabele woningen). In dat onderste segment van de huurmarkt komen steeds meer mensen met elkaar in concurrentie. De
advies van de Vlaamse WoonraadHuurdersbond stelt dan ook nog eens vast dat globaal de huurprijzen niet sterker zijn gestegen dan de inflatie, behalve in het onderste segment, waar de prijzen sneller stegen.
De situatie wordt acuut. Mensen die al langer op zoek zijn naar een betaalbare woning moeten samen met de nieuwe erkende vluchtelingen een plekje proberen te vinden, en dat wordt steeds moeilijker. In Leuven zijn er grote inspanningen geleverd om meer aanbod te creëren aan studentenkamers, wat tot verschuivingen op de kamermarkt leidde. Maar wat gebeurt er in de zo overblijvende kamers of huizen van mindere kwaliteit?
We weten dat de situatie op de Leuvense huurmarkt niet eenvoudig is. Enkele cijfers. Zo was een huurwoning in Leuven in 2016 24% duurder dan de gemiddelde prijs voor een identieke woning elders in Vlaanderen. Het aandeel aan sociale huurwoningen was in 2014 6,6% op 100 huishoudens (Vlaams gemiddelde = 8,6). Het aantal mensen dat in 2014 meer dan 30% van hun inkomen aan huisvesting moest geven was 26,8% (gemiddelde centrumsteden = 25,7). Het aandeel eigenaars was in 2013 52,3%, wat lager is dan de meeste andere centrumsteden. De huurprijs op de privémarkt in Leuven was in 2013 gemiddeld € 624 per maand, hoger dan alle andere centrumsteden. (info)
Louis Debruyne (OCMW-raadslid): "Het Woonraadadvies stelt dat de moeilijke situatie in dat woonsegment ervoor zorgt dat beleidsinstrumenten die we tot nu toe hadden ook onder druk komen. Mensen die in een heel slechte woning wonen durven vaak geen huurpremie aanvragen uit schrik voor een conformiteitsonderzoek, waardoor hun woning zou worden afgekeurd. Het aanbod aan tijdelijke opvang en noodwoningen dreigt nog meer dicht te slibben. En voor veldwerkers en hulpverleners wordt de druk groter om 'pragmatisch' om te gaan met woonkwaliteitsnormen.
David Dessers (gemeenteraadslid): "Een sterker antwoord is nodig. Mirakeloplossingen zijn er niet, maar daar willen we ons niet bij neerleggen. We moeten blijven nadenken over alle formules. Kunnen we een aantal kamers onder publieke controle brengen? Kunnen we meer ruimte maken voor creatieve woonformules waarbij men kleiner woont? Kunnen we het sociaal verhuurkantoor structureel versterken, zodat meer eigenaars hun woning in het circuit brengen? Om dit alles mogelijk te maken, is er nood aan een meer structurele samenwerking tussen alle woonactoren. Het huidig Lokaal Woonoverleg werkt nog onvoldoende goed. Om dit beleid te onderbouwen vragen we dat er op korte termijn, samen met de universiteit, een onderzoek wordt gedaan naar het onderste segment van de Leuvense huurmarkt. Hoe groot is het grijze wooncircuit? Wie komt er terecht en wie controleert het? Welke gerichte maatregelen kunnen we nog inzetten? Het lijkt ons goed dat de stad de voorzet geeft voor een dergelijk onderzoek en dat daarbij alle Leuvense woonactoren betrokken worden."
Louis Debruyne en David Dessers