Leuven, stad met de laagste energiefactuur. Dat moet de ambitie zijn

25 April 2012

Vanmiddag hebben enkele leden van Groen Leuven symbolisch enkele huizen geïsoleerd. Daarmee willen we aandacht vragen voor de nood aan een sterker energiebeleid dat zich ook richt op het versneld isoleren van oudere woningen, zeker ook met het oog op mensen die kwetsbaar zijn voor energiearmoede. Daarvoor hebben we een gemiddeld rijhuis genomen, dat nu nog niet goed geïsoleerd is. Voor dat huis hebben we berekend hoeveel enkele aanpassingen zouden opleveren in de energiefactuur.  Met een sterker beleid de volgende jaren moet het mogelijk zijn om van Leuven de stad te maken met de laagste energiefactuur. Dat moet de ambitie zijn van een volgend stadsbestuur.

Wat stelt Groen voor voor een beter energiebeleid?

Steeds meer groeit het besef dat investeren in energiebesparing een slimme keuze is. Brandstoffen worden steeds duurder. En wanneer we echt iets willen doen aan de klimaatverandering moeten we ervoor zorgen dat we minder CO2 in de lucht sturen.

Veel mensen hebben al veranderingen aangebracht aan hun huis, onder meer door dakisolatie of nieuwe ramen. Zeer goed. Zij voelen al meteen het effect daarvan in hun portemonnee. Maar als we Leuven klimaatneutraal echt willen realiseren is er veel meer nodig. Nieuwe huizen zijn meestal al van een goede energiekwaliteit, hoewel ook daar nog veel meer mogelijk is. Zo zijn we er voorstander van dat de stad zou opleggen in de bouwvergunning dat alle nieuwe huizen energieneutraal moeten zijn.

Maar een groot deel van de huizen in de stad is oud. Ook dat woningbestand zou snel moeten aangepakt worden, en dat mag niet zomaar afhangen van individueel initiatief. Zeker ook niet omdat mensen met een laag inkomen, die vaak wonen in de slechtste huizen, het meest kwetsbaar zijn voor hoge energieprijzen. Vanuit verschillende organisaties die op het terrein werken en ook door het OCMW zijn er al heel wat initiatieven genomen om mensen te bereiken die het meest gevoelig zijn voor energiearmoede. Die initiatieven juichen we toe. Ze zouden nog verder moeten versterkt worden, en ingebed in een brede wijkaanpak, zodat ze hopelijk nog meer succes hebben.

Groen wil dat we de volgende jaren een serieus tandje gaan bijsteken. We willen dat er een beleid komt, met aangepaste instrumenten, om de energetische renovatie van het oudere woningbestand sneller, en vooral op een grotere schaal (bv. een hele wijk in een keer), aan te pakken. Publieke middelen moeten daarbij vooral gekanaliseerd worden naar die mensen die het meest getroffen worden door energiearmoede. Voor Groen zou een nog op te richten lokaal energiebedrijf een sleutelrol moeten spelen in zo'n beleid.

Enkele voorstellen

  • Een goed begin van dit beleid zou het maken van een thermische luchtfoto van Leuven zijn. Zo kan men heel goed zien welke huizen in welke wijken het meest energie verliezen. Op die manier kunnen prioritaire zones worden aangeduid waar het eerst moet worden ingegrepen. Ook van aparte huizen kunnen gedetailleerde thermische foto's gemaakt worden, zodat men concreet kan zien waar de warmteverliezen zijn.
  • Het komt er dan op aan om alle bewoners samen te brengen om hen te betrekken bij het hele project, via een aangepaste participatiestructuur, een energiewijkgroep. Wanneer er sociale organisaties of buurwerk actief zijn in die wijk, hebben zij vanzelfsprekend een belangrijke rol te spelen in zo'n energiecirkel. Ook vertegenwoordigers van de stad en het OCMW draaien mee in de energiewijkgroep. Alle betrokken bewoners kunnen ook beroep doen op een contactpersoon bij wie ze permanent terecht kunnen met al hun vragen.
  • Speciale aandacht is nodig voor huurders. Zij kunnen meestal zelf erg weinig veranderen aan het huis waarin ze wonen, en ze komen dan ook nog vaak terecht in kwalitatief slechte huizen. Verhuurders zouden actief benaderd moeten worden om hen ervan te overtuigen mee te stappen in het wijkproject. Eventueel kan ook het sociaal verhuurkantoor hierin nog een rol spelen. 
  • Voor het algemeen energiebeleid in de stad zijn we voorstander van het oprichten van een lokaal energiebedrijf. Dat gaat zich richten op energiebesparing, energieproductie en energielevering. Het bedrijf zal eigen energieprojecten opstarten en andere lokale initiatieven bundelen. Bedoeling is onder meer lokaal geproduceerde groene stroom ook lokaal te verdelen. In samenwerking met bedrijven worden lokale voorbeeldprojecten opgestart op het vlak van energiebesparing en ?productie. Zo'n bedrijf zou ook als taak krijgen de wijkaanpak te coördineren en te organiseren. 
  • Aan alle bewoners van de wijk wordt een energie-audit aangeboden. Zo kan huis per huis in kaart gebracht worden wat de grootste tekorten zijn en welke ingrepen het snelst effect zouden kunnen hebben. Er wordt ook een concreet overzicht gegeven van de terugverdientijd van de investeringen. Veel mensen weten niet hoe relatief snel ze een investering kunnen terugverdienen door lagere energiekosten. 
  • Daarna wordt er een voorstel van totaalaanpak uitgewerkt. Met een aantal bedrijven (uit de reguliere en de sociale economie) worden afspraken gemaakt voor een aanpak op maat van alle huizen, zodat de prijs kan gedrukt worden. Voor materialen als isolatie of ramen, verwarmingsketels en ook groene stroom, kan op die manier een gezamenlijke aankoop worden georganiseerd. Wie zelf aanpassingen kan uitvoeren, kan zo goedkopere materialen krijgen en deskundig advies. Wie dat niet kan, kan aan aantrekkelijke voorwaarden intekenen. 
  • Voor al wie in het project stapt, wordt administratieve ondersteuning aangeboden. Zo kan de soms moeilijke zoektocht naar alle premies en fiscale voordelen uit handen genomen worden, zodat er voor iedereen een maximaal gunstig effect is. Ook de af en toe ingewikkelde weg om bij goede technici of aannemers te komen, kan zo door het energiebedrijf worden overgenomen. 
  • Op basis van de inkomenssituatie van de burgers in de wijk wordt bekeken wie zelf niet voldoende eigen middelen heeft om mee in het project te stappen. Zij kunnen extra steun krijgen, al dan niet in de vorm van een renteloze lening via het FRGE (Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost, in Leuven in de vorm van vzw Pendule). Voor de groep die daar net boven valt, worden ook interessante formules van prefinanciering uitgewerkt zodat investeringen sneller kunnen worden doorgevoerd. 
  • Voor alle betrokken burgers wordt systematisch informatie voorzien. Dat loopt onder meer via een klimaatscore. Bij het begin van het project wordt in een scorebord uitgewerkt hoeveel het gemiddelde energieverbruik is, en tussentijds wordt dan telkens aangegeven hoeveel energie er al bespaard is, en vooral ook hoeveel de energiefactuur daardoor gedaald is.