Het Fochplein en zijn geheimen

12 Maart 2011

Op 1 oktober liet onze burgemeester in de media weten dat hij naar aanleiding van de opgravingen op het Fochplein "een groot voorstander is van archeologie en geschiedenis". Hij voegde er echter onmiddellijk aan toe dat " Er geen schijn van zekerheid is dat er effectief iets gevonden zou worden". Hij deed de opgravingen zelfs af als pure "idiotie". Ook beweerde hij op de gemeenteraad van 21 december dat "er geen studie aan de opgravingen was voorafgegaan". Een flagrante onjuistheid. In 2009 had het studiebureau Soresma, in opdracht van het stadsbestuur, reeds een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd door vier werkputten te graven. Tijdens het onderzoek werden resten gevonden van laatmiddeleeuwse en zelfs jongere bebouwing. Het ging telkens om kelderruimtes die vrij goed bewaard bleken te zijn. De kans dat er nog oudere resten aanwezig zouden zijn, werd niet uitgesloten. Deze studie werd, zoveel is duidelijk, vertikaal geklasseerd. In "De laatste show" van maandag 14 februari bakte de burgemeester het volledig bruin. Hij stak het niet onder stoelen of banken dat de opgravingen de stad niet alleen handenvol geld hebben gekost maar bovendien de heraanleg van het Fochplein hebben vertraagd. Van dit laatste klopt geen jota. Op de plaatsen waar geen archeologisch onderzoek plaatsvond, kon de aannemer ongestoord zijn gang gaan. De dagen, dat er niet gewerkt werd, vielen samen met ofwel de feestdagen, ofwel die dagen waarop de barre weersomstandigheden het werken onmogelijk maakten. De burgemeester verzweeg bovendien wijselijk dat de opgravingen 85 i.p.v. 95 dagen in beslag zouden nemen. Dat hij tijdens de uitzending de lachers op de hand kreeg door het onderzoek van de beerputten te ridiculiseren, zegt veel, onder meer over het bedenkelijke niveau waarop een "intelligent" politicus als Louis Tobback omgaat met het verleden van onze stad. Hij had beter een voorbeeld kunnen nemen aan de burgemeesters, die de archeologische opgravingen aangrijpen om de bewoners en de bezoekers te sensibiliseren voor de historische rijkdommen in hun gemeente.

Volgens de burgemeester zijn de opgravingen een maat voor niets gebleken. Dit wordt tegengesproken door de vondst van artefacten die teruggaan tot de 12de eeuw. Hopelijk vindt er naar aanleiding van de officiële opening van de fietsstalling in het museum M een tijdelijke tentoonstelling plaats die in het teken van de resultaten van het onderzoek staat.

Frans Dumont, gemeenteraadslid