"Laat het grondrecht op wonen niet over aan een losgeslagen markt."

18 Februari 2021

Leuvens schepen van wonen Lies Corneillie (Groen) roept de Vlaamse regering op om de huurcrisis aan te pakken voor we te maken krijgen met een situatie zoals in Nederland. Het reportageprogramma Pano bracht een hard maar realistisch beeld van het goedkoopste segment op de huurmarkt: woningen van slechte kwaliteit en massa’s gezinnen die op zoek zijn naar een betaalbare woning. Allemaal mensen met een beperkt inkomen die eigenlijk in aanmerking komen voor een sociale woning, maar noodgedwongen huren op de private markt omwille van de massale wachtlijsten voor een sociale woning. Hoog tijd voor actie van de Vlaamse regering. Een woning is de veilige plek van waaruit je een leven kan opbouwen. Waar die plek ontbreekt, niet kwalitatief of onzeker is, steken onrust en stress de kop op. Wie voor die plek te veel betaalt en te weinig overhoudt om te leven, riskeert (nog dieper) in armoede te belanden. "Als wonen een recht is, dan heeft de overheid de plicht om alles in het werk te stellen om dat recht te realiseren voor elke inwoner van ons land." - Lies Corneillie De pandemie deed ons eens te meer beseffen hoe belangrijk goed wonen is. Daarom is het ook beschreven als een grondrecht in het Europees sociaal Handvest, onze grondwet en de Vlaamse wooncode. Als wonen een recht is, dan heeft de overheid de plicht om alles in het werk te stellen om dat recht te realiseren voor elke inwoner van ons land. Als de overheid dat nalaat, dan is dat niet minder dan een inbreuk op de grondwet. Een goede woning voor iedereen is geen utopie. De wooncrisis waar Pano inzicht in gaf, is een politieke crisis. Ze overkomt ons niet, we kunnen dit aanpakken. Laat het grondrecht op wonen niet over aan een losgeslagen markt. Zie huisvesting weer als publieke opdracht, net zoals gezondheidszorg en onderwijs, investeer massaal in extra sociale woningen. Versterk de gezinnen die in hun wachttijd noodgedwongen moeten huren op de private markt met een huurpremie. Zorg dat iedereen zijn grondrecht op wonen kan realiseren: want dat is het begin van een kwalitatief leven. Sociale huisvesting werkt, als er voldoende woningen zijn Woonbeleid heeft nood aan nieuwe recepten. Maar van één ‘oud’ recept zijn we zeker dat het werkt: sociale huisvesting. Een sociale woning is een sterke manier om het grondrecht op wonen te realiseren. Tom Vandromme bevestigt in zijn onderzoek dat het sociale huurstelsel in Vlaanderen goed is uitgewerkt: met een duidelijke doelgroep, eerlijke toewijzing, betaalbare huurprijs en voldoende rechtsbescherming. De praktijk leert dat die theorie pas werkt als er voldoende woningen zijn. Door het huidige tekort wordt het grondrecht op wonen maar voor een beperkt aantal mensen gerealiseerd. Anderen staan op de wachtlijst of kandideren zelfs niet meer. Ze zijn aangewezen op de private markt, waar velen van hen vaak te veel betalen voor een woning die al eens te wensen overlaat. Vlaanderen telde eind 2019 170.000 sociale woningen. Er zijn er nog minstens evenveel nodig voor alle mensen die recht hebben op een sociale woning. Steden en gemeenten en de sociale huisvestingsmaatschappijen moeten van Vlaanderen sterkere instrumenten krijgen om de grote inhaalbeweging mogelijk te maken: sociale lasten opleggen aan projectontwikkelaars zodat zij op hun gronden sociale woningen bouwen of verwervingssubsidies zodat huisvestingsmaatschappijen tenminste de middelen hebben om op te boksen tegen de meer vermogende spelers op de reguliere grondenmarkt. Terwijl die grote operatie nodig is om duizenden woningen bij te bouwen, en de lokale overheden bijkomende instrumenten vragen, steekt de Vlaamse regering momenteel tijd en middelen in een complexe bestuurlijke reorganisatie. Daarnaast staat ook het toewijzingsbeleid onder druk: nieuwe criteria maken dat het alleen maar moeilijker wordt om in aanmerking te komen voor een sociale woning. Wil de Vlaamse regering wel dat iedereen een deftig dak boven het hoofd heeft? Je gaat het tegendeel geloven. Private huurmarkt Wie op de wachtlijst staat is dus aangewezen op de private markt, en vooral op het segment met de goedkoopste maar ook minst kwalitatieve woningen. Zoals Pano bewijst, biedt de private huurmarkt momenteel te weinig garanties voor een degelijke, betaalbare woning waarin je langdurig kan wonen. Meer dan de helft van de huurders betaalt trouwens ook meer dan een derde van het inkomen aan de woning. Het woon- en fiscale beleid was decennialang gericht op het verwerven van eigendom, en de huurmarkt is al die tijd verwaarloosd. Het baksteen-in-de-maag-beleid bracht het Mattheus-effect in de praktijk en voor wie echt sukkelt op de woningmarkt waren amper een paar procent middelen veil. Het is toch de logica zelve dat belastinggeld gaat naar wie het het meest nodig heeft? Het is dus hoog tijd dat alle kandidaat-sociale huurders een Vlaamse huurpremie krijgen, in plaats van na vier jaar wachten. In Leuven geven we aan gezinnen met kinderen na twee jaar op de wachtlijst al een stedelijke huurpremie, een broodnodige tussenkomst voor wie eigenlijk recht heeft op een sociale woning. Daarnaast moet de regering durven ingrijpen op de private markt, niet enkel op vlak van kwaliteit, maar ook qua betaalbaarheid: richthuurprijzen dus. Het voorstel van Vlaams minister van wonen Matthias Diependaele om de premies beter toe te kennen, is dan ook een te beperkt antwoord op de crisis die we gisteren te zien kregen. In 2020 voerde de Leuvense dienst wonen meer dan 2.600 woningonderzoeken, en reikte 1.162 conformiteitsattesten uit. Woonkwaliteit is een topprioriteit in onze stad. Jammer genoeg hebben we te weinig instrumenten om de huurders van die slechte woningen te beschermen. We doen er alles aan om huurders van onbewoonbaar of ongeschikt verklaarde woningen te ondersteunen, maar we ontbreken wettelijke kaders die ervoor kunnen zorgen dat eigenaars na noodzakelijke renovatie een betaalbare huurprijs vragen. Huurders zijn daarom vaak bang van wooncontroles: ze willen hun woning niet verliezen, hoe slecht ze er ook aan toe is. We moeten die stilstand kunnen doorbreken: niemand mag zich neerleggen bij zo’n mensonwaardige woonsituatie. "Het is geen crisis die ons zomaar overkomt, we kunnen er iets aan doen: met politieke daadkracht op alle beleidsniveaus." - Lies Corneillie Pano toont dat de wooncrisis in Vlaanderen steeds scherper wordt. Het thema leeft niet zoals in Nederland, waar het voor nog veel meer mensen onhaalbaar is om goed te wonen. Laat ons ervoor zorgen dat het hier niet zover komt. Het is geen crisis die ons zomaar overkomt, we kunnen er iets aan doen: met politieke daadkracht op alle beleidsniveaus. In Leuven nemen we de handschoen op en werken we met oude én nieuwe recepten aan het grondrecht op wonen. Maar de sleutels liggen niet in onze handen. Vlaamse regering, neem ook de handschoen op, geef ons de middelen en instrumenten, en samen kunnen we zorgen voor een dak boven elk hoofd. Dit opiniestuk verscheen op Knack.be op 18 februari 2021.