Leuven verwelkomt oehoefamilie
25 Mei 2022
Op 5 december 2021 werd in het centrum van Leuven een mannetjesoehoe gespot. Die kreeg later het gezelschap van een vrouwtje en samen hebben ze ondertussen drie jongen. De oehoe is met zijn imposante verschijning de grootste uilensoort ter wereld. In Vlaanderen is deze vogel echter nog een zeldzame gast. Leuven is dan ook zeer blij met dit bijzonder, broedende koppel en volgt hun wel en wee mee op in een werkgroep met vertegenwoordigers van de KU Leuven, Natuurstudiegroep Dijleland, Natuurpunt Leuven en het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (BeBirds). "De eerste oehoe-waarnemingen in het centrum van Leuven, een zingend mannetje, dateren van december vorig jaar. In de weken erna werd hij gespot op uiteenlopende locaties in het Leuvense, van aan het station en de Oude Markt tot Gasthuisberg", vertelt schepen van dierenwelzijn Thomas Van Oppens. "Pas vanaf 20 januari werd duidelijk dat de vogel zich gevestigd had. Een Leuvens gebouw was een geschikte artificiële rots en bood voldoende rust voor een nest. Ideaal toen op 25 januari bleek dat er ook een vrouwtje in het spel was." Maxime Fajgenblat, onderzoeker aan de KU Leuven en vogelkijker, was de eerste om de oehoes te spotten. "Op 5 december verliet ik ’s avonds mijn kantoor, toen ik plots een oehoe luid hoorde zingen: een echt kippenvelmoment! Ik kon toen nog niet vermoeden wat mij en mijn collega’s te wachten stond. Het verhaal werd namelijk alsmaar straffer want we hadden het geluk om het gebeuren vanop de eerste rij te kunnen volgen. De oehoes hebben een erg afgelegen en rustig stukje Leuven uitgekozen om te broeden, dat slechts vanaf een tweetal locaties zichtbaar is, waaronder - toevallig - mijn eigen bureau. We kunnen het reilen en zeilen van de dieren dus op unieke wijze volgen." Drie jongen "Na verschillende paringen zagen waarnemers vanaf de eerste week van maart het vrouwtje broeden, wat later zagen ze dat er drie eieren in het nest lagen. Op 12 april was voor het eerst een jong te zien, en tijdens de volgende dagen bleek dat de drie eieren waren uitgekomen. Op basis van de geschatte leeftijd van de jongen kunnen experten berekenen dat de jongen in de eerste week van april uit de eieren moeten zijn gekropen", vervolgt Van Oppens. Het duurt ongeveer tien weken vooraleer jonge oehoes vliegvlug zijn, waarschijnlijk zal dat rond half juni zijn. Daarna kan het nog enkele maanden duren vooraleer ze de jacht beheersen en volledig voor zichzelf kunnen instaan. Ringen van de jongen en toekomstperspectief Medewerkers van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) rustten op 17 mei de drie jongen uit met een wetenschappelijke ring met een uniek nummer. Dankzij de ringen kan het KBIN de oehoes wetenschappelijk opvolgen. Kelle Moreau van het KBIN: "Zo krijgen we informatie over het voortplantingssucces, de familiegrootte, de verplaatsingen die de dieren maken, de kolonisatiestrategie, overlevingskansen, oorzaken van sterfte … Aangezien we de populatie op lange termijn volgen, merken we ook veranderingen in deze factoren op." Zo kunnen experten de evolutie van de oehoepopulatie beter begrijpen en interpreteren, en kunnen ze tijdig reageren bij problemen. Kelle Moreau vervolgt: "Dankzij onze opvolging, die in 1990 werd opgestart, kunnen we aantonen dat zich sinds enkele jaren effectief opmerkelijke veranderingen voordoen. Van de meeste oehoes die een menselijke omgeving verkiezen kon worden aangetoond dat ze uit gevangenschap afkomstig waren." Toekomst Leuvense oehoe Of de Leuvense oehoes een vaste waarde in het stadscentrum blijven, is koffiedik kijken. In het centrum van Geel broedt de soort al enkele jaren, maar de oehoes die in 2016 op de kerk van Bunsbeek hebben gebroed hielden het daar na één jaar voor bekeken. "Vlaamse broedgevallen in een stedelijke omgeving zijn vooralsnog zeer zeldzaam en daarom zijn we ook uitermate trots dat dit oehoekoppel voor Leuven koos. Het toont aan dat het centrum van Leuven niet alleen een bruisend stadsleven kent, maar ook voldoende rustplekjes", stelt Van Oppens. De kans is reëel dat de oehoe in Leuven blijft. Volwassen oehoes staan immers als plaatstrouw te boek, ze bezetten doorgaans hun hele leven lang hetzelfde territorium. Jonge oehoes zwerven uit zodra ze zelfstandig kunnen jagen, en vestigen zich nadien elders. Dat kan op een afstand van enkele kilometers tot enkele honderden kilometers van hun geboorteplaats zijn. Misschien zullen de wetenschappelijke ringen die ze dragen hier ooit uitsluitsel over geven. "Vlaamse broedgevallen in een stedelijke omgeving zijn vooralsnog zeer zeldzaam. Het toont aan dat het centrum van Leuven niet alleen een bruisend stadsleven kent, maar ook voldoende rustplekjes." - Thomas Van Oppens Herkomst oehoepaar De herkomst van de ouders is niet met zekerheid gekend, maar het staat wel vast dat het mannetje een wetenschappelijke ring draagt dus is hij wellicht geen ontsnappeling uit een private collectie. Ook niets aan het gedrag van de beide vogels doet vermoeden dat het om uit gevangenschap ontsnapte vogels zou gaan. Het is nog niet gelukt de gegevens op de mannelijke oehoe zijn ring uit te lezen. Geheime nestplaats De werkgroep geeft bewust de precieze locaties van de gespotte dieren niet vrij. Enkel zo krijgen de vogels de nodige rust om hun nest groot te brengen en zullen ze zich hopelijk ook in de komende jaren blijvend in Leuven vestigen. De vogels verdienen bescherming want ondanks de opmars in Vlaanderen, blijft de oehoe een kwetsbare diersoort. De broedlocatie bevindt zich bovendien op een privéterrein dat niet publiek toegankelijk is.