Groen! wil Cambio ook in Wijgmaal en Wilsele

08 Maart 2010

Groen! is zeer verheugd over het succes van Cambio in Leuven. Cambio, dat autodelen aanbiedt, maakte bekend dat er op dit moment al 500 mensen gebruik maken van het systeem. Dat is een geweldig succes. Toen we vele jaren geleden vroegen om het systeem van autodelen in Leuven in te voeren, waren we er al van overtuigd dat er in Leuven echt een draagvlak was voor zo'n systeem, en de cijfers bewijzen dat nu. Er zijn nu acht standplaatsen van Cambio, en er wordt nu nagedacht over de toekomstplannen. Groen! is voorstander van een verdere uitbreiding. Er zijn alleen maar voordelen aan het systeem. Zo kan 1 deelauto 8 tot 12 particuliere auto's vervangen. Raadslid Martina Hülsbrinck: "Wij zouden willen voorstellen dat er ook een Cambioplaats komt in Wijgmaal en in Wilsele, de twee deelgemeentes waar er nu nog geen aanbod is. We zijn ervan overtuigd dat er zeker voldoende vraag kan gegenereerd worden. Voor Wijgmaal kan het interessant zijn een combinatie te maken met de bedrijvigheid op de Remysite, waardoor ook bedrijven overdag voor occasionele verplaatsingen gebruik kunnen maken van het aanbod. Voor Wilsele kan bekeken worden welke locatie voor de verschillende woonwijken het best gelegen is. We zouden willen voorstellen dat de stad ook actief meewerkt aan een mogelijke bevraging van de bevolking hierover. Dat is immers een unieke kans om ineens meer promotie te maken voor het stelsel van autodelen."

Er zijn nog meer mogelijkheden om het systeem van autodelen in de toekomst verder te promoten in Leuven. Zo kan er bij grote nieuwe bouwprojecten actief aan de ontwikkelaars gesuggereerd worden om een overeenkomst te sluiten met Cambio om een plaats te voorzien, wat dan als meerwaarde aan potentiële kopers kan aangeboden worden. Het zou ook een goed idee zijn om in de toekomst binnen het Cambioaanbod ook elektrische auto's (maar dan wel op groene stroom) te voorzien. Voor dat laatste zou de stad actief mee kunnen werken door het voorzien van oplaadpalen op groene stroom.

Martina Hülsbrinck, gemeenteraadslid