Energiebesparing: richt je ook op ouderen

10 Juli 2014

Uit onderzoek blijkt dat gerichte programma's voor energiebesparing bij ouderen een groot effect zouden kunnen hebben. Groen vraagt dat er in het kader van Leuven Klimaatneutraal specifieke acties komen voor oudere mensen. Een recent onderzoek van het Nederlandse PBL onderzocht bij welke bevolkingsgroepen een aanzienlijke energiebesparing te realiseren is. Daaruit blijkt onder meer dat bij gezinnen met een hoog inkomen de grootste besparing te bereiken is, terwijl voor gezinnen met een laag inkomen de energiekost een reëel probleem is. Uit het onderzoek komt ook de vaststelling dat er bij de groeiende groep ouderen erg veel te doen is, terwijl net zij vaak niet geneigd zijn veel te investeren in energiebesparing, omwille van hun onzekere toekomstige woonsituatie of ontoereikende middelen. Marleen Demuynck (gemeenteraadslid): "Een gerichte aanpak dringt zich op volgens ons. Er lopen momenteel al enkele goede initiatieven, onder meer bij het OCMW, maar er is meer nodig. Wij vragen een geïntegreerd initiatief van de verschillende betrokken partners."

Enkele vaststellingen uit het onderzoek:

  • Door de vergrijzing komen er meer ouderen en wordt hun relatief aandeel in de bevolking groter. Dat leidt tot meer energiegebruik. Ouderen hebben een hogere comfortbehoefte en zijn meer thuis. Toekomstige ouderen zullen meer elektrische apparaten gebruiken dan de huidige, en wonen vaker in grotere eengezinswoningen (gekocht in de jaren 70-80). Heel wat ouderen zullen een hoog welvaartsniveau hebben, voor andere ouderen wordt het nog moeilijker.
  • Energiebesparing is bij die groep vooral te bereiken door een aanpassing van de woning, minder door gedragsverandering. 65-plussers die in een nieuwbouwwoning terechtkomen, kunnen snel erg veel besparen (lager verbruik, en meestal kleinere woning). Verhuizen naar een kleinere nieuwbouwwoning zou een 'dubbele vooruitgang' zijn. In de stedelijke context zie je dat een aantal ouderen dat nu ook al doet (bv. van een groot huis in de rand naar een appartement in het centrum). Veel ouderen willen echter zo lang mogelijk in hun eigen huis blijven. Uit de ervaring van programma's om ouderen actief te stimuleren om te verhuizen blijkt dat die zeer intensief zijn, en beperkte resultaten hebben. Via woningaanpassing zal een groter resultaat te bereiken zijn.
  • Ouderen investeren duidelijk minder dan jongeren in hun woning, ook inzake energiebesparende maatregelen. Investeren betekent financieel en praktisch een grote drempel. Bovendien hebben ouderen geen zekerheid over een heldere terugverdientijd zoals jongeren.
  • Voor ouderen zijn er minder 'natuurlijke' momenten om tot een investering over te gaan (zoals bij jongeren bv. het krijgen van kinderen). Een geschikt moment om ouderen actief te benaderen lijkt het moment van pensionering. Er is dan meestal nog zicht op een voldoende lange levensverwachting. Energiebesparende maatregelen kunnen dan best gecombineerd worden met andere comfortaanpassingen in het huis.

 

Marleen Demuynck: "Deze bevindingen zullen in grote mate ook voor ons land gelden, en zijn zeer nuttig voor het project Leuven Klimaatneutraal. Met een gerichte aanpak kunnen we bij de rijkere ouderen aanzienlijke kwantitatieve energiebesparingen realiseren, en voor de armere ouderen de energielast naar beneden krijgen. We stellen voor dat de stad, samen met het OCMW en met de verschillende partners van Leuven Klimaatneutraal een actieplan uitwerkt dat zich specifiek richt op de ouderen. Wanneer we voor ouderen die dat nodig hebben het hele 'gedoe' van energiebesparende maatregelen kunnen vergemakkelijken, kan er veel mogelijk zijn. En dat is dan ecologische én sociale winst."

Het PBL-onderzoek:

Marleen Demuynck, gemeenteraadslid