Energie pop-up store
24 November 2014
Een tijdelijke winkel op een goede locatie, dat is een schitterende oplossing die het bestaande winkels mogelijk maakt hun zaak energetisch te renoveren. In alle opzichten een win-win-idee. Het is een idee dat op dit moment ontwikkeld wordt binnen Stadslab Antwerpen, een energie pop-up store ( ).
http://stadslab2050.be/product/idee-3-energie-pop-store
Thomas Van Oppens (gemeenteraadslid, afgevaardigd in vzw Centrummanagement): "Je winkel helemaal energetisch renoveren is een rendabele investering. Je kunt die al op enkele jaren terugverdienen. Maar uit de ervaring van winkeliers blijkt dat de kost van het sluiten van de winkel tijdens de werken groter is dan de investeringen ten voordele van energie-efficiëntie. Daarom stellen velen de investeringen uit. Het idee dat nu in Antwerpen wordt ontwikkeld biedt daar het perfecte antwoord op. Je hebt een tijdelijke goed gelegen locatie. Daarmee trek je ook nog eens extra aandacht, en misschien wel extra publiek. Dit concept is dan ook erg interessant voor de lokale winkels."
Jan Mertens (lid raad van bestuur van AGSL, Autonoom Gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Leuven): "Het is Eandis die trekker is voor dit idee, dat ook de steun krijgt van UNIZO. Men zoekt nu een aantal partners om er verder mee aan de slag te gaan, zoals een bouwfirma. Een optie zou zijn om met gebruiksvriendelijke containers te werken (die zelf ook een voorbeeld zijn van energie-efficiëntie), waardoor men gemakkelijker een goede plek kan kiezen in de stad. Als dat niet lukt, zou het een bestaand winkelpand kunnen zijn. Eandis zorgt voor de infrastructuur op de nieuwe site, en energiebesparingsadvies in de bestaande winkel. Met dit soort slimme ideeën moet het mogelijk zijn heel wat winkeliers ervan te overtuigen dat de keuze voor duurzaamheid praktisch en financieel haalbaar is. Als het project in Antwerpen goed verloopt, wil Eandis het ook in andere steden uitwerken. Wij zullen dit voorstel alleszins ter sprake brengen in het AGSL zodat men het ook voor Leuven kan onderzoeken."
Thomas Van Oppens en Jan Mertens