Op bezoek bij ‘Buren zonder Grenzen’

16 September 2022

Op bezoek bij ‘Buren zonder Grenzen’

Geëngageerde Leuvenaars die vluchtelingen in de regio ondersteunen? Daar wilde Groen Leuven meer over weten. Op 10 juni hadden Tom Creten en Eva Platteau een boeiend gesprek met Andrea Bardyn van Buren zonder Grenzen. Sinds 2017 is Buren zonder Grenzen de naam van een groep vrijwilligers die erkende vluchtelingen helpt een woning te vinden. De ontstaansgeschiedenis was de opvangcrisis van 2015-2016. Mensen die de oorlogen in Syrië, Irak en Afghanistan ontvluchtten, zochten ook in ons land bescherming. Na het doorlopen van een asielprocedure kregen velen de status van vluchteling. Maar dan begint voor velen de moeilijke zoektocht naar een woonplek en de start van hun sociale integratie.  Andrea: Tijdens de opvangcrisis van 2016 werden in Leuven, net zoals in veel andere steden, vluchtelingen tijdelijk opgevangen in noodopvang met ondersteuning van het Rode Kruis, bijvoorbeeld in scoutslokalen. Mensen verbleven er voor ze asiel konden aanvragen want er was onvoldoende capaciteit in de opvangcentra. Er was toen veel solidariteit onder burgers om deze opvang te omkaderen, bijvoorbeeld met lessen Nederlands of voedsel. Dit bracht veel geëngageerde burgers bijeen. Een goed jaar later werden veel van deze mensen erkend als vluchteling maar we stelden vast dat ze maar moeilijk een woning vonden. Nadat men erkend wordt als vluchteling, hebben mensen namelijk maar twee tot vier maanden de tijd om een woning te vinden vanuit het opvangcentrum. Dat is een heel moeilijke opdracht. Nadat vele burgers op eigen houtje de woningzoektochten ondersteunden, hebben we in januari 2017 de krachten gebundeld. We zijn gestart met een 5-tal heel geëngageerde mensen. Vijf jaar later zijn we nog steeds actief, zonder betaalde werkkrachten. Inmiddels hebben we een kernteam van ongeveer 8 mensen en momenteel 28 buddy’s. We werken in drie teams. Eén team zoekt woningen. Dan is er het verhuisteam dat een stock met gedoneerde meubels beheert en mensen installeert in hun nieuwe thuis. En dan is er een team met buddy’s. Zij  ondersteunen vluchtelingen bij hun sociale integratie. Groen Leuven: Werken jullie ook samen met de stad of andere instanties? Andrea: Onze belangrijkste partner is ORBIT vzw die burgerinitiatieven rond wonen voor erkende vluchtelingen samenbrengt in het project ‘Woning Gezocht, Buren Gevonden’. Ook Vluchtelingenwerk Vlaanderen is een belangrijke partner, net zoals de huurdersbond. Met de stad Leuven en het OCMW Leuven hebben we ook goede contacten. We kunnen rekenen op advies en ondersteuning bij praktische zaken. Als we bijvoorbeeld geen buddy vinden, kunnen we bij de stad informeren. Onze buddy’s mogen ook deelnemen aan de buddy-opleidingen van de stad. Groen Leuven: Jullie begeleiden erkende vluchtelingen naar de huurmarkt. Zijn er ook vrijwilligers die mensen thuis opvangen? Andrea: Neen, dat zou teveel vragen van onze vrijwilligers. Bovendien is ons doel om een duurzame woonoplossing te vinden terwijl thuisopvang slechts tijdelijk is. Wel bestaat er in Vlaanderen de Melding Tijdelijke Wonen. Dat maakt het mogelijk om voor een periode van maximaal drie jaar een vrije kamer of studio in je eigen woning te verhuren aan erkende vluchtelingen, zonder dat je hiervoor je woning stedenbouwkundig moet opdelen. Je dient hiervoor enkel een melding te maken bij je gemeente. Dat is een heel mooie formule die we graag promoten. Zo zijn er een aantal mensen met ons in zee gegaan. Groen Leuven. Voor Oekraïners heeft de staatssecretaris de campagne #plekvrij gelanceerd. Hoe kijken jullie daarnaar? Andrea: We delen daarin de bezorgdheid van Orbit VZW: vluchtelingen hebben nood aan een stabiele woonsituatie om tot rust te komen en een nieuw leven te kunnen opstarten. De overheid is het best geplaatst om daarvoor te zorgen en de gepaste omkadering te voorzien. Mensen hebben vaak immers ook specifieke ondersteuning, expertise en professionele begeleiding nodig die een gewone burger niet kan bieden. Groen Leuven: Klopt. In Leuven is er ook collectieve opvang voor Oekraïense vluchtelingen, onder andere op de Scheutsite. Heeft de Oekraïnecrisis trouwens een impact gehad op jullie werking? Andrea: Op zich niet. Oekraïners kunnen uiteraard bij ons aankloppen voor hulp wanneer ze zich op de huurmarkt begeven maar dat hebben ze nog niet vaak gedaan. Dat geeft aan dat ze goed naar professionele organisaties en gemeentebesturen worden toegeleid, en dat er voor deze groep momenteel voldoende woonoplossingen lijken te zijn. Sowieso krijgen we meer aanvragen dan we aankunnen als klein burgerinitiatief en moeten dus selecteren. Dat doen we op basis van nood. Wie binnenkort dakloos dreigt te worden krijgt bijvoorbeeld voorrang op iemand die binnen een redelijke termijn zicht heeft op een oplossing. In de praktijk hebben we nog geen woning gezocht voor iemand uit Oekraïne. Maar in ons winkeltje met gratis meubels zijn wel al Oekraïners langsgekomen. Ze zijn zeker welkom, net zoals elke vluchteling. Want dat is wel belangrijk om te benadrukken: de realiteit is dat vluchtelingen heel moeilijk een woning vinden op de huurmarkt. Zij hebben allemaal recht op een goede woonst en onze solidariteit, ongeacht hun herkomst. Dat is de boodschap die één van onze Somalische huurders ook meegaf op het feest dat wij in maart gaven voor ons vijfjarig bestaan. Hij zei dat zij allemaal gevlucht zijn voor dezelfde bommen en hetzelfde geweld, en dezelfde ondersteuning nodig hebben. De grootse impact op onze werking de voorbije jaren kwam eigenlijk vooral van de coronacrisis en de inflatie. Die hadden echt wel een negatief effect op de huurmarkt waardoor prijzen sterk zijn gestegen. Door de onzekerheid hebben we ook de indruk dat minder private eigenaars rechtstreeks verhuren op de huurmarkt. We moeten tegenwoordig vaker langs immokantoren passeren. Dat blijkt soms een extra drempel bij het zoeken van een woning voor kwetsbare mensen. Groen Leuven: Je zou nochtans verwachten dat ze professioneel zijn en weten dat ze niet mogen discrimineren? Andrea: In principe is dat zo, maar voor Buren zonder Grenzen maakt het een groot verschil als we rechtstreeks contact hebben met de persoon die beslist wie er in de woning komt. Zo kunnen we ons verhaal en het verhaal van de huurder vertellen. Vaak kunnen we private eigenaars overtuigen met de begeleiding die we bieden en door hen de mens achter ‘de vluchteling’ te leren kennen. Via een immokantoor weten we dat ze in de eerste fase niet zullen discrimineren dus mogen we op huisbezoek. Maar daarna moeten we een waslijst aan papieren afgeven en loonfiches. We sturen dan een brief mee om de verhuurder te overtuigen maar daarna horen we vaak niets meer. Tijdens het bezoek merken we al snel dat het vaak verloren moeite is. Eigenlijk hoor ik liever wanneer ik bel dat iemand geen schijn van kans maakt want dat bespaart de tijd en de teleurstelling van een huisbezoek. De immokantoren adviseren een huisbaas en we weten dus niet wat in dat gesprek aan bod komt, maar we merken wel dat het moeilijker is om een woning te vinden de laatste tijd.  Groen Leuven: Hoe vinden de mensen hun weg tot bij jullie? Andrea: Vaak rechtstreeks via netwerken van vluchtelingen of vrijwilligers zelf, of via vragen op sociale media. Zo zijn een aantal Engelstalige facebookgroepen voor vluchtelingen. Veel aanvragen komen ook rechtstreeks uit opvangcentra, lokale opvanginginitiatieven (LOI’s) of OCMW’s. Groen Leuven: Dus Fedasil neemt zelf ook contact op? In principe is het OCMW aan zet om erkende vluchtelingen te helpen. Wat doet het OCMW van Leuven voor de doelgroep? Andrea: In Leuven komt het OCMW zelden aan zet voor net erkende vluchtelingen aangezien er geen opvangplaatsen van Fedasil zijn in de stad. Maar in het algemeen zie je dat de uitdaging om betaalbare huisvesting te vinden gigantisch is, ook voor openbare diensten. Er zijn simpelweg te weinig woningen in het onderste huursegment en dat zorgt ervoor dat een zoektocht bijzonder tijdintensief is. Een OCMW-assistent heeft vaak niet de ruimte om die begeleiding op zich te nemen. Deze professionals werken voor alle duidelijkheid keihard maar de zoektocht vraagt een grote tijdsinvestering en aanpak op maat – en daarvoor is helaas vaak niet de tijd. Toch blijft het verzekeren van het recht op een leefbare woning in de eerste plaats een taak van de overheid. Je kan je voorstellen dat het soms een moeilijke evenwichtsoefening is om in die context de rol van vrijwilligers af te bakenen.   De zoektocht naar een woning voor vluchtelingen wordt bemoeilijkt doordat in België de overgang van opvanginitiatief naar een woning eenmaal je verblijfsrecht hebt, heel slecht geregeld is. Men krijgt twee maanden de tijd en kan dit maximaal met twee maanden verlengen. Op vier maanden de tijd een woning vinden met een beperkt inkomen, terwijl je de taal niet goed spreekt en geen netwerk hebt: begin er maar aan! De realiteit is helaas dat veel vluchtelingen hierdoor onder enorme tijdsdruk komen en onleefbare woningen huren, of bij vrienden of familie moeten logeren – met alle gevolgen voor hun sociale rechten. Of erger: men komt op straat terecht. Het kan nochtans anders: in Nederland of Duitsland doet deze situatie zich niet voor en is de lokale overheid verantwoordelijk voor de eerste woonst en zijn er ook veel meer sociale woningen. Het is dan ook opvallend dat er in België veel vrijwilligersorganisaties ontstaan door de hoge nood. Groen Leuven: Heb je er ooit aan gedacht om projectsubsidie aan te vragen? Andrea: We hebben enkele eenmalige subsidies ontvangen van Koning Boudewijnstichting, Cera en Engie waarmee we onze huidige manier van werken kunnen financieren. Maar we hebben geen structurele werkingssubsidies en draaien dus volledig op vrijwilligers. We hebben intern wel overwogen te professionaliseren maar uiteindelijk besloten dit voorlopig niet te doen. Veel mensen bij ons appreciëren het meer informele karakter van een burgerinitiatief. Als we werkingssubsidies zouden krijgen komen er misschien ook bepaalde verwachtingen of taken bij. Groen Leuven: Jullie hebben ook een winkeltje met gratis meubels. Wat verzamelen jullie allemaal? Andrea: Vooral wat men in het begin nodig heeft. Vaak zijn dat bedden en matrassen, en basismeubilair. Mensen kennen ons en we krijgen spontaan donaties. Als we aan een bepaalde vraag niet kunnen voldoen, bijvoorbeeld vanuit een groot gezin dat ineens veel bedden nodig hebben, doen we een oproep in onze facebookgroep. Minor-Ndako, die minderjarige vluchtelingen begeleidt, kan ook bij ons terecht. Groen Leuven: Een andere doelgroep zijn mensen die uitstromen uit de opvangcentra die een negatieve beslissing hebben gekregen met een bevel om het grondgebied te verlaten. Andrea: Die vallen buiten onze doelgroep: we richten ons op huisvesting voor erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden. In Leuven kunnen zij wel bijvoorbeeld terecht bij het vluchtelingenhuis in Wilsele, en daar weet men dat ze bij ons kunnen aankloppen wanneer iemand papieren krijgt. Dan kunnen we een huizenzoektocht starten. Eén van onze meest recente huursters komt daar vandaan. We komen wel vaak in aanraking met de procedure gezinshereniging. We vinden bijvoorbeeld een studio voor een vluchteling die ook zijn kinderen en partner in veiligheid wil brengen. De aanvraag om een gezin te laten overkomen moet binnen het jaar gebeuren, want daarna zijn er veel eisen qua inkomen en woning. Maar gezinshereniging is moeilijk te voorspellen en te organiseren. We denken soms dat een gezin binnen zes maanden komt en plots staan ze voor de deur. Dat zorgt wel voor stresserende situaties want dat betekent dat we op korte tijd een grotere woning moeten vinden om situaties van overbewoning te vermijden. Heel wat van de gezinnen die bij ons hulp vragen bevinden zich helaas in zo’n situaties. We hebben al meerdere keren gezinnen ontmoet die met 8 of meer personen in een studio verbleven. Dat zijn mensonwaardige situaties waarbij we heel blij zijn als we na een moeilijke zoektocht een oplossing kunnen bieden. Groen Leuven: Worden jullie geconfronteerd met een tekort aan sociale woningen? Andrea: Dat is uiteindelijk de kern van het probleem. Op de private huurmarkt zijn er te weinig betaalbare, kwalitatieve woningen. Sociale woningen zouden een oplossing kunnen zijn maar het zal in de toekomst nog moeilijker worden voor vluchtelingen om hier toegang tot te krijgen. Binnenkort moet het criterium ‘lokale binding’ ook worden toegepast bij sociale verhuurkantoren. Daar gaan erkende vluchtelingen heel moeilijk aan kunnen voldoen.  De meeste vluchtelingen blijven tijdens hun procedure immers niet in één opvangcentrum. Ze moeten vaak verhuizen tijdens hun asielprocedure en zo bouwen ze dus geen lokale binding op. De huursubsidie is een ander belangrijk beleidsinstrument. Het zou een krachtige tool kunnen zijn maar in de praktijk is het helaas ook vaak een drempel. Ten eerste vinden mensen hun weg niet altijd naar de huursubsidie. Ten tweede worden hoge kwaliteitseisen aan de woning gesteld om een huursubsidie te krijgen. Vaak denken we dat we een goede woning hebben gevonden en dan wordt de woning toch afgekeurd, soms omwille van iets kleins zoals een te laag plafond in de toiletruimte. Maar dat betekent dat de woning ongeschikt of onbewoonbaar verklaard kan worden volgens de Vlaamse Wooncode. Die is zeer streng. Huurders durven daarom soms geen huursubsidie meer aan te vragen en ook voor de huisbaas is dit vaak heel erg schrikken – gelukkig kan goede communicatie veel verhelpen. Er zijn ook verhuurders die solidair willen verhuren, maar ze hebben een oudere woning. Hen ondersteunen en begeleiden op vlak van renovatie zou veel kunnen betekenen. Groen Leuven: Moeten jullie bij de zoektocht soms uitbreiden, naar Tienen of Aarschot bijvoorbeeld? Andrea: Ja, Oost-Brabant is in feite onze regio. We willen begeleiding blijven bieden, dus we proberen een zekere bereikbaarheid te behouden. In Tienen of Aarschot zijn al gezinnen terecht gekomen. Groen Leuven: Als vrijwilligers nemen jullie heel wat werk op. Hoe zien jullie de rol van vrijwilligers in de ondersteuning van vluchtelingen? Het voordeel van vrijwilligers is dat we iets kunnen bieden wat een professionele dienst niet kan, namelijk een persoonlijk en meer informeel contact. Daardoor kunnen we echt een vertrouwensband, soms ook een vriendschap, uitbouwen. Als vrijwilliger kunnen we zo een ander beeld uitdragen van de Leuvenaars en de Vlaamse samenleving, dat complementair is aan wat professionele diensten bieden. Dat woordje complementair is belangrijk: vrijwilligers, overheid en professionele ondersteuners hebben elk hun rol te spelen. De grenzen van de taak van een vrijwilliger stoppen waar de verantwoordelijkheid van een overheid begint. Als we dat evenwicht goed bewaken, kunnen we elkaar echt versterken. Dat zal ook een belangrijk zijn nu buddywerking met vrijwilligers de vierde pijler wordt in het nieuwe inburgerings -en integratiebeleid.   Tom Creten (lid van het Partijbestuur van Groen Leuven) Eva Platteau (gemeenteraadslid en Kamerlid Groen) Wil je ook helpen? Zie www.woninggezocht.be/de-buren/buren-zonder-grenzen-leuven/ of www.burenzondergrenzen.be