Nieuw Ruimtelijk Structuurplan Leuven biedt kansen om het beter te doen, maar het succes zal afhangen van de keuzes op het terrein

30 Januari 2017

Het stadsbestuur lanceerde vandaag de voorzet voor wat een nieuw ruimtelijk structuurplan voor Leuven (RSL) moet worden. In de tekst staan veel aanzetten voor een duurzame en rechtvaardige toekomst. Het valt te bekijken of deze coalitie die keuzes ook zal uitvoeren als puntje bij paaltje komt. Voor sommige uitdagingen legt men de lat ook gewoon te laag. Het vorige ruimtelijk structuurplan dateert van 2004. Dat werd één keer aangepast, enkel om de bouw van de Bruulparking mogelijk te maken. Dat ene feit legt al een pijnpunt bloot. Schuift het stadsbestuur deze ruimtelijke visie bij elk nieuw dossier opzij om andere keuzes te maken? Vanuit Groen vrezen we soms voor dit laatste scenario. Deze coalitie heeft op dat vlak een slechte reputatie. Men maakt volop plannen, maar beslist daarna iets helemaal anders. Op veel plaatsen in de tekst staan volgens ons goede principes, zoals de nadruk op meer huurwoningen en het inzetten van nieuwe woonmodellen. We zijn blij dat vernieuwende ideeën die we vanuit Groen aanbrachten de voorbije jaren stilaan overgenomen worden. Blijven die ideeën echter mooie intenties, die enkel in het algemene deel komen maar niet in de bindende bepalingen? Dat is de vraag. Enkele voorbeelden:

  • Wonen. Globaal vinden we het zeer goed dat het uitgangspunt is dat de verdere groei van de stad vooral binnen de bestaande woonzones moet gebeuren. Een aantal geplande woonuitbreidingsgebieden wordt weer geschrapt. Het is goed dat er gezocht wordt naar afwegingskaders om te komen tot een kwaliteitsvolle verdichting. Het is ook goed dat men een globale visie zoekt waarbij elke deelgemeente vanuit de aanwezige potenties een rol kan spelen en waarbij overal aan vormen van slimme verdichting wordt gedacht. Tegelijk is het niet altijd duidelijk of er wel overtuigend genoeg gekozen wordt voor inbreiding. Zal dit plan de verdere 'verlinting' echt afremmen? Zal er tegelijk voldoende gekozen worden voor kwaliteitsvolle publieke ruimte en voldoende groen en water? Tegelijk hadden we graag een grotere ambitie gezien om effectieve antwoorden te geven op de wooncrisis. Op dat vlak zijn we teleurgesteld.
  • Ecologie. We zijn blij dat het besef begint te groeien dat we dringend werk moeten maken van een beleid van klimaatadaptatie (onder meer je als stad voorbereiden op hitte en acute waterproblemen). Tegelijk wordt die keuze nog veel te weinig consequent doorgetrokken in de hele visie. Het is goed dat er eindelijk een visie komt over de manier waarop we in Leuven niet alleen energie kunnen besparen maar ook opwekken. We hadden ook graag gezien dat het concept van een circulaire stad een vooraanstaande plaats zou krijgen in de visie. Nadenken over hoe je materialen binnen de stad kunt houden, maar ook over hoe zelf voedsel kunt produceren, dat is van strategisch belang. Het klinkt goed om te spreken over stadslandbouw, maar wat het stadsbestuur met dit dossier deed belooft niet veel goeds. We willen in dit plan echt meer ambitie voor duurzaamheid zien.
  • Mobiliteit. Dat er na al die jaren nog steeds geen volwaardig mobiliteitsbeleid is in Leuven (geen schepen van mobiliteit, geen mobiliteitsdienst) laat zich sterk voelen in het structuurplan. Het stadsbestuur kondigde aan dat na dit structuurplan ook een alomvattend mobiliteitsplan zou volgen, maar dat voornemen is on hold gezet. In deelgemeentes groeien ideeën of zijn plannen uitgewerkt, maar het stadsbestuur bevriest ook op dat vlak het gesprek. Men vertaalt politieke keuzes zoals die voor de Bruulparking naar een ruimtelijke visie. Ruimtelijk en mobiliteitsbeleid moeten hand in hand gaan. In dit plan zien we dat dit stadsbestuur nog te weinig gedurfde keuzes maakt voor duurzame vervoersvormen.

Toon Toelen (gemeenteraadslid): "We hebben de voorbije maanden de verschillende documenten bestudeerd, en dan zie je hoe een aantal gedurfde keuzes werd teruggeschroefd. Het is in principe goed dat een dergelijk planningsproces voldoende organisch verloopt, met ruimte voor aanpassingen aan nieuwe inzichten. Maar de richting zou wel steeds die van een duurzame en rechtvaardige stad moeten zijn. Als politieke keuzes op de korte termijn te veel impact krijgen, is dat een risico voor de kwaliteit van dit structuurplan."

Enkele voorbeelden:

  • Waar bv. in een eerdere versie stond dat de regionale pendelparking aan Leuven Noord niet zo'n goed idee is, bleek de appreciatie daarvoor in volgende versies positiever te zijn geworden.
  • Men ziet ook soms ruimtelijke clusters die veeleer zijn ingegeven door toevallige beslissingen uit het verleden. Zo beschouwt men de Sportoase, schaatsbaan en hockeyterreinen als één recreatiecluster. Maar ervaart de Leuvenaar dat ook als één samenhangende cluster? 
  • Op basis van de eerder gemaakte politieke keuze voor een bedrijventerreinen op het Parkveld is ook de visie op de zone Haasrode aangepast en kiest men te weinig voor een doorgedreven inbreiding op bestaande bedrijventerreinen.

Hopelijk kan de inspraakronde langs de deelgemeenten ervoor zorgen dat het plan in positieve zin wordt bijgestuurd. We hopen echt dat het stadsbestuur die kans grijpt. Als het stadsbestuur echt met de burgers in dialoog gaat, komt er meer uitzicht op een gedragen visie.

 

Toon Toelen